Tot in de jaren '60 van de vorige eeuw, ik was toen al een tiener en kan het dus weten, werd na de verkiezingen een formateur aangeduid door de koning. Dat was altijd zo geweest, en de uitverkorene mocht een regering gaan samenstellen.
Een decenium later bleek zoiets niet meer tot de onmiddellijke post-electorale mogelijkheden te behoren: eerst werd een informateur aangewezen. Die moest bij de verschillende partijen informatie inwinnen om de formateur op de hoogte te stellen van de possibiliteiten en coalitie-gerelateerde gevoeligheden. Na weer een aantal jaren en evenveel paarse fratsen later werd de koning aangeraden om eerst uit te kijken naar een verkenner. Die wordt het veld ingestuurd om poolshoogte te nemen van wat er zich in het politieke landschap zoal afspeelt.
Ja, men mag van de hoge piefen toch niet verwachten dat zij op de hoogte zijn van wat er omgaat in dit clowneske koninkrijkje.
Eerst verkennen: een maand leek toen een redelijke tijdsspanne om die taak te volbrengen. Dan de informateur met zijn opdracht belasten, en op de duur hiervan wilde men toen al geen termijn meer plakken. Daarna, als alle klussen geklaard waren, zou de formateur zijn werk wel doen.
Zij die indertijd dachten dat ze het daarmee gehad hadden zijn eraan voor de moeite of reeds overleden. Het verschil is mij niet steeds geheel duidelijk. Toen een paar verkenners zich al hadden vastgereden in de federale klei leek het onze vorst, middels zijn wijze raadgevers natuurlijk, opportuun een ontmijner op pad te sturen. Wat de missie is van deze levensgevaarlijk klinkende beroepscategorie kan ik wel min of meer plaatsen in een militair decor, maar in een als democratisch bekend staand bestuursregime zie ik er niet direct het nut van in. Of toch: de sluipweg ontmijnen, de verkenner op pad sturen, de informateur aan het handje leiden en de formateur tenslotte op de hoogte brengen van... Van wat, ja? Dit doet mij denken aan het kinderspelletje, waarbij een korte boodschap wordt doorgefluisterd en waar na een stoel of vier al bijna niks meer overblijft van de oorspronkelijke inhoud. Maar alles kan beter, beter zelfs dan wat Mark Uytterhoeven zich ooit kon voorstellen. Want kijk, toen de ontmijner de pijp aan Maarten moest geven dachten Albert en de zijnen dit jammerlijke mislukken een volgende keer te ondervangen door allereerst één of enkele bemiddelaar(s) aan te stellen, die kon(den) de ontmijner op zijn gemak stellen, zodat die alsnog de verkenner kon bereiken die op zijn beurt de rest van het spoor zou volgen tot hij de informateur informeel op de hoogte kon brengen van wat... En hier zou hetzelfde spelletje kunnen aangehaald worden. Tussendoor hebben de hoogste kringen ook een keer beroep gedaan op de bestbetaalde loodgieter van Vilvoorde. Helaas, verder dan wat oplapwerk is ook die nooit geraakt: de kraan bleef lekken.
En nog was het niet voldoende voor de arme duts, die zich laat aanspreken met "majesteit" en zichzelf in de donkere dagen tussen kerstmis en nieuwjaar tot ons richt met het bekende "Oewaarrrde landkenooten..." Gisteren heeft zijn entourage hem zover gekregen dat hij Bart De Wever dan toch heeft ontboden en hem heeft aangesteld als verduidelijker. Het moest en het zou ervan komen: niet dat De Wever nog eens naar het paleis werd geroepen, maar wel dat het hof nu eindelijk én openlijk toegeeft dat ze er niks van snappen. Waartoe zou anders de opdracht van deze ver-dui-de-lij-ker nog kunnen dienen? Toch wel gewoon om het nog eens helemaal klaar en duidelijk uit te leggen, zeker !!?
Hopelijk luisteren ze nu ook!!!
Anders moet de vorstelijke inventiviteit binnen 10 dagen weer een nieuwe funktie uitvinden. Het wordt tijd dat we dan aan de -isten beginnen: een illusionist, een parachutist, een columnist...
Marco Polo
09 oktober 2010
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten