Zij die nog op een of andere manier 'actief' aan ons federaal onderwijssysteem gelinkt zijn hebben op dit eigenste moment (vrijdagavond, kwart voor negen) hun krokusvakantie zowat achter de rug. Er komt nog een eerste écht lenteweekend aan te pas om de batterijen volledig op te laden, maar maandag mogen jullie weer allemaal door de grote schoolpoort de veertigdaagse vasten tegemoet. Ik ga daaraan denken,terwijl ik het gras extra goed zal (laten) onderhouden (door onze Manolo...) en hoop maar dat U genoten hebt van de voorbije vrije periode. Uw dienaar zelve heeft zich de afgelopen dagen verdiept in de lezing van het hier al eerder gementioneerde boek van ene heer Potter. Over het universum, zijn ontstaan, onze plaats daarin en waar het met dit alles eigenlijk naar toe zou kunnen gaan. Ongelooflijk boeiend, leerrijk (jawel!!), spannend én vermoeiend. E=mc² is maar een deel van het verhaal en zeker niet het beginpunt van de uiteenzetting , maar anderzijds mag deze stelling wel beschouwd worden als een van de eenvoudigste in dit hele 'project'. Niet dat ik er ook maar één gefractioneerde moer van snap, ik stel gewoon vast. Deze ouwe Mohicaan zou voorwaar gaan denken dat hij echt de laatste is die gewezen wordt op de twee uitgangen die er zijn om uit dat oneindige heelal te geraken. Fenomenaal hoe je wordt meegesleurd van die simpele ene meter naar de onwaarschijnlijkste en meest buitenproportionele afmetingen, waarbij ik mij echt niks meer kan voorstellen: 13 miljard lichtjaren, en nog iets meer om de rand van ons huidig 'gekend' universum toekomstgewijs te overschrijden. En daar tegenover wordt de lezer naar een fractie van nul meter en dan nog 30 nullen na de komma geleid om bij de allerkleinste bouwstenen van de elementaire deeltjes te komen. Da's dan knal in de andere richting, maar ook daar is een uitweg: die ligt in het verleden, met een omgekeerde oerknal aan het eind. Een mens zou ervan over zijn toeren geraken. Naast de afstanden, groot en klein, gaat het ook over licht en materie, en hoe die twee in mekaar overgaan. Een verhaal waar heel wat schepping achter schuilgaat. En de tijd, en de snelheid? Zoals de atomaire klok in ons heelal tikt, zo tikt ze mogelijks nog op ontelbaar andere plekken in.... In wat, ja? Hoe moeten we dat noemen? Boeiende lectuur en heerlijk tijdverdrijf.
Nu wil het toeval dat ik gisteren al surfend op het wereldwijde web enkele speciale foto's onder ogen kreeg. De lopende fotografiecursus zal er wel niet vreemd aan zijn, maar mijn aandacht was meteen gewekt.
Harold Edgerton fotografeerde in 1952, vanop wat toen als veilige afstand werd beschouwd, de explosie van een atoombom. Deze vaststelling is niet onwaar, maar verre van juist. Nu ik mij in de sfeer van de wetenschappelijke muggenzifterij bevind moet het correct zijn, en dus: hij maakte met zijn Rapatronic-camera beelden van net nà de explosie. Zijn zelfontworpen camera had een behoorlijk hoge sluitersnelheid en was ook nog in staat om de beelden snel na elkaar te maken. Hou U even vast, of ga er voor alle zekerheid bij zitten: 1/100.000.000 van een seconde. Dat past nu eens volledig in mijn huidige universele voorstellingswereld! Wat zit ik hier te doen met mijn 'kodakske'? Het mag dan wel Canon, Sony of Limux heten: het is naast een Ratpatronic niet meer dan een ordinaire portrettentrekker, hé. Voor de aardigheid heb ik nog wat prentjes bijeen gegoogeld...
En wil U nog meer details, dan kan ik deze bijdrage uit de blog van Mike Bukach van harte en met veel warmte aanbevelen.
Zoals in de Hoogteverschillen van Julian Barnes komen ook hier twee dingen samen om meer te zijn dan de som van de delen. Heer Polo denkt echter al aan een volgende dimensie in dit verhaal: als iemand eens met een Rapatronic in een luchtballon zou kruipen om tijdens de vaart en vanuit de lucht beelden te maken van een kernexplosie? Kijk, zo komen we misschien toch ook weer een stapje dichter bij de uitgang...
Marco Polo
08 maart 2014
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten